Futen Podicipedidae |
Teksthistorie
Gemaakt 13-1-2002, gewijzigd 24-10-2003
Dodaars Tachybaptus ruficollis ruficollis
Vrij schaarse broedvogel. Jaarvogel in vrij klein aantal.
Dodaars, Ringselvennen/Budel Dorplein ; 27-3-2005 (Robert
Kastelijn)
Voorkomen als broedvogel
Verspreiding en habitat. In de gehele Kempen met een zwaartepunt in natte heideterreinen (heidevennen) en visvijvers.
Aantallen, dichtheden en trends. In 1967 werden 34 pr geteld (Dekker 1968; ongetwijfeld sterk onderteld) en in 1981 65 pr (van Poppel 1983), vermoedelijk redelijk onderteld). Naar schatting broedden er zowel in 1990-95 als 2000-01 125-150 pr (THe). Grote aantallen/dichtheden (>= 10 pr vanaf 1990) zijn vastgesteld in de volgende gebieden:
Visvijvers
Bergeijk (25 ha, voormalige viskweekvijvers): 1993 10 pr (uitschieter)
Visvijvers
Valkenswaard Oost (voormalige viskweekvijvers): 1991 20-21 pr, 1996 27 pr
waarvan Greveschutven (30 ha) 10 pr, 1999 25 pr waarvan Greveschutven (30
ha) 8 pr. Totaal aantal op Visvijvers Valkenswaard (120 ha) geschat op 35-50
pr in 1996-99. In 2001 naar schatting 15-28 pr op totale visvijvers.
Landschotse
Hei (heidevennen): 1994 en 2001 ca 15 pr
Mispeleindse
Hei (heidevennen): 2000 schatting 15-25 pr
Boswachterij
Leende (heidevennen Leenderbos, Groote Hei, Soerendonks Goor): 2000 17 pr (9
pr vennen in Leenderbos, 7 pr vennen op Groote Hei)
Voorkomen als niet-broedvogel
Verspreiding en habitat. In voor- en najaar op heidevennen en vijvers. In de winter daarnaast (en bij strenge vorst vooral) op beken. Incidenteel op andere wateren.
Literatuur
Dekker, D.
1968. De telling van Dodaarsbroedsels in 1967. Natura 65: 46-48 en Vogeljaar 16:
514-516.
Knippenberg, W.H.Th. 1952. Enige broedvogels in Noord-Brabant: Fuut, Geoorde
Fuut, Dodaars, Roodhalsfuut. Brabantia 1: 214-220.
Poppel,
A. van 1983. Het voorkomen van de Dodaars als broedvogel in Noord-Brabant in
1981. Roodborsttapuit 2(1): 38-46.
Wouters, J. 2003. Overwinterende Dodaarzen op de Groote Beerze. Blauwe Klauwier 29(1): 23.
Fuut Podiceps cristatus cristatus
Vrij schaarse broedvogel. Doortrekker in vrij klein tot vrij groot aantal. Wintergast in klein aantal.
Fuut, Visvijver Duizel ; 25-5-2004 (Jan van Mol)
Voorkomen als broedvogel
Aantallen, dichtheden en trends. In 1963-65 als broedvogel vastgesteld in 3
gemeenten, 1966-67 ongeveer 20 pr in 6 gemeenten (Leijs & de Wilde 1967,
1971). Een complete telling in 1981 leverde 40-42 pr op (van Poppel 1986). Naar
schatting broedden in 1990-95 in jaren met een normale waterstand 80-100, in
zeer droge zomers (als de vennen uitdrogen) 40-60 pr (THe).
Het aantal pr op
heidevennen fluctueert sterk onder invloed van waterstand en aanbod vissen. Soms
komen in dit biotooptype grote aantallen voor, bijv. Mispeleindse
Heide in 2000 15-20 pr en 2001 18-20 pr (LPe, GSa); Landschotse Heide in 2001 ca 25
pr (THe, LPe).
Literatuur
Knippenberg, W.H.Th. 1952. Enige broedvogels in Noord-Brabant: Fuut, Geoorde
Fuut, Dodaars, Roodhalsfuut. Brabantia 1: 214-220.
Leijs, H.N. & J.J.F.E. de Wilde 1967. Inventarisatie van de Fuut in
Nederland in 1966. Nature 64: 55-58.
Leijs, H.N. & J.J.F.E. de Wilde 1969. Broedpopulatie-dichtheden van de Fuut,
Podiceps cristatus (L.), in Nederland. Levende Natuur 72: 201-208.
Leijs, H.N. & J.J.F.E. de Wilde 1971. Het voorkomen van de Fuut (Podiceps
cristatus (L.)) in Nederland. Limosa 44: 133-183 (tevens gepubliceerd als
RIN-rapport in 1970).
Poppel, A. van 1986. Het voorkomen van de Fuut als broedvogel in de provincie
Noord-Brabant in 1981. Roodborsttapuit 5(2/3): 77-87.
Roodhalsfuut Podiceps grisegena grisegena
Onregelmatige doortrekker en wintergast in uiterst klein aantal.
Roodhalsfuut, Aquabest ;
6-11-2005 (Robert Kastelijn)
Roodhalsfuten worden in alle maanden gezien. De meeste waarnemingen komen uit april-mei.
Seizoensverloop Roodhalsfuut tot 2005 (n=35)
23-10-2005 |
De Flaes / Neterselse Heide |
1 ex. |
LPe |
24-10-2005 |
Goorven / Neterselse Heide |
1 ex. |
LPe |
29-10 t/m 19-11-2005 |
Aquabest / Best |
1 ex. |
HVr, RoBo, e.a. |
13 t/m 23-08-2006 |
Zinkplas / Budel-Dorplein |
1 juv. |
div. |
22-03-2010 | Zinkplas / Budel-Dorplein | 1 ad z | IMe, JvdZ |
Kuifduiker Podiceps auritus auritus
Zeldzame gast.
Kuifduiker (ad
zomer), Greveschutven/Valkenswaard ; 9-5-2003 (Robert Kastelijn)
07-04-1961 t/m 09-04-1961 | Lage Mierde | 2 ex | FEr67 |
24-01-1962 t/m 27-01-1962 | Gemeente Valkenswaard | 2 ex | FEr67 |
30-04-1963 | Gemeente Valkenswaard | 2 ex | FEr67 |
08-12-1979 | Visvijvers Valkenswaard | 2 ex | SOV |
26-02-1980 t/m 29-02-1980 | Groot Meer/Vessem | 1 ex ew | RBo01 |
16-05-1983 | Goorven/Mispeleindse Heide | 1 ex | - |
18-04-1985 t/m 05-05-1985 | Keijenhurk/Landschotse Heide | 1 ad | - |
19-04-1985 t/m 28-04-1985 | Goorven/Mispeleindse Heide | 1 ex | - |
05-05-1985 | Berkven/Landschotse Heide | 1 ad z | HVr |
12-06-1988 t/m 14-06-1988 | Goorven/Mispeleindse Heide | 1 ad z | PvdWi, RBo01 |
12-09-1988 | Kamerven/Geeneindse Heide | 1 onv | HVr, RBo01 |
30-12-1998 | Goorven/Mispeleindse Heide | 1 ex | THe |
09-05-2003 t/m 07-06-2003 | Greveschutven/Valkenswaard | 1 ad z | RuBo e.a. |
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis nigricollis
Schaarse, in sommige jaren zeer schaarse, broedvogel. Doortrekker in vrij klein aantal. Incidentele wintergast.
Geoorde Fuut, Soerendonks Goor ; 24-4-2006 (Rene Weenink)
Voorkomen als broedvogel
Verspreiding en habitat. Tot 1990 alleen regelmatig broedend op de Mispeleindse Hei. Vanaf 1990 ook regelmatig broedend in de Reuselse Moeren, op de Malpie en op de Ringselvennen, minder regelmatig op de Landschotse Hei en op vennen in het Leenderbos. Broedt op heidevennen (incidenteel andere plassen zoals Greveschutven), meestal in combinatie met de aanwezigheid van broedende Kokmeeuwen.
Aantallen, dichtheden en trends. Het eerste broedgeval in de Kempen werd
vastgesteld in 1934. In 1986-90 bedroeg de stand 35-50 pr met forse jaarlijkse
fluctuaties (THe). In 1997-2001
waren 20-70 pr aanwezig met forse jaarlijkse fluctuaties; topjaren waren 1998
met >40 pr en 2000 met 65-70 pr (THe). In sommige gebieden/jaren is sprake van
opmerkelijke piekaantallen, bijv.:
Mispeleindse
Hei: jaren tachtig tot begin jaren 90 regelmatig > 25 pr (maximum 1988 34
pr), daarna regelmatig > 15 pr (<25 pr)
Landschotse
Hei: 1994 13-14 pr, 1999 9-10 pr
Malpie:
1989-90 9-12 pr, 1997 11 pr, 1998 12-14 pr
Vennen
in het Leenderbos: 2000 24 pr waarvan 14 pr op de Hasselsvennen
Ringselvennen:
1993 11 pr, 1994 19 pr
Bijzonderheden. Het voorkomen van Geoorde Futen als broedvogel is onvoorspelbaar, zowel wat gebieden als aantallen betreft. Er is sprake van grote jaarlijkse fluctuaties. Het broedsucces wisselt sterk, zowel per jaar als (in één jaar) per gebied; de redenen hiervan zijn onbekend.
Literatuur
Hustings, F.
1991. Explosieve toename van broedende Geoorde Futen Podiceps nigricollis
in 1983-89 in Nederland. Limosa 64: 17-24.
Knippenberg, W.H.Th. 1952. Enige broedvogels in Noord-Brabant: Fuut, Geoorde
Fuut, Dodaars, Roodhalsfuut. Brabantia 1: 214-220.
Poppel, A. van 1986. Het voorkomen van de Geoorde Fuut als broedvogel in de
provincie Noord-Brabant. Roodborsttapuit 5(1): 19-24.
Wittgen, A.B. 1961. De Geoorde Fuut (Podiceps caspicus) als Nederlandse
broedvogel. Publikatie Vogelstudiegroep Midden Brabant nr. 1; ook in Levende
Natuur 64.